Standard (EADGBE)

Verse

 Ik zag de luizen in haar haar

 't moet fijn zijn om te leven daar

 waar alles ruikt naar groen

En ik werd me niets gewaar

 van wat ze toen vertelde maar

 ik kon er niets aan doen

Chorus

Ze keek me aan vol maneschijn

 het deed me toch een beetje pijn

 toen ze me verliet

Kon ik maar een luisje zijn

 leven in dat haar zo fijn

 in plaats van dit verdriet

Verse

 Ik wandel door het dorre land

 denk enkel aan haar achterkant

 hoe sierlijk die bewoog

 Ik die altijd te snel watertand

 misplaatste eens mijn losse hand

 en ving een mooi blauw oog

Chorus

Ze keek me aan vol maneschijn

 het deed me toch een beetje pijn

 toen ze me verliet

Kon ik maar een luisje zijn

 leven in dat haar zo fijn

 in plaats van dit verdriet

– – –

– – –

Verse

 Ze huilde wat toen ze me zei:

 je bent gek maar niet van mij

 dus vertrek ik maar

 Die mooie tijd is nu voorbij

 het enige wat overblijft

 zijn luizen in mijn haar

Chorus

Ze keek me aan vol maneschijn

 het deed me toch een beetje pijn

 toen ze me verliet

Kon ik maar een luisje zijn

 leven in dat haar zo fijn

 in plaats van dit verdriet

Ik zag de luizen in haar haar

 't moet fijn zijn om te leven daar

 waar alles ruikt naar groen