Standard (EADGBE)

 Men zegt van liefde dat ze zacht is

 Als een lief en teder woord

 Men zegt van liefde dat ze hard is

 En zo vaak het geluk vermoord

 Men noemt haar hunker en verlangen

  (or )

Men noemt haar redder in nood

 Ik zeg dat liefde als een bloem is

 Waarop de zon haar stralen strooit

 Ze is het hart zo bang en breekbaar

 Zo wankel en zo broos

 Ze is de droom bang voor ‘t ontwaken

 Omdat ze dan de waarheid hoort

 Ze wacht op wie haar nu willen plukken

  (or )

Op wie haar tranen steelt

 Zo bang om vroeg te sterven

 Voor ze werkelijk heeft geleefd

 En is de nacht zo koud en eenzaam

 Duurt het wachten veel te lang

 Denk dan maar dat geluk alleen is

 Voor wie er hevig naar verlangt

 Denk dan maar dat bittere winters

 En dikke lagen sneeuw

 Nog nooit hebben verhinderd

 Dat de roos hen overleeft